The Pokémon Company behaalt een aanzienlijke overwinning in een rechtszaak wegens inbreuk op het auteursrecht tegen Chinese bedrijven die een flagrante kopie van hun populaire franchise hebben gemaakt. De Shenzhen Intermediate People’s Court kende The Pokémon Company een schadevergoeding van $15 miljoen toe, een deel van de aanvankelijk gevraagde $72,5 miljoen.

Chinese "Pokémon Monster Reissue" schuldig bevonden
De rechtszaak, aangespannen in december 2021, was gericht tegen verschillende Chinese bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de mobiele RPG 'Pokémon Monster Reissue'. Deze game, gelanceerd in 2015, bevatte opvallend vergelijkbare personages, wezens en gameplay-mechanismen als de Pokémon-serie. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomsten verder gingen dan louter inspiratie en neerkwamen op flagrant plagiaat.

Het gepresenteerde bewijsmateriaal omvatte onder meer het pictogram van de game, waarin Pikachu-illustraties van Pokémon Yellow werden gebruikt, en advertenties met Ash Ketchum, Pikachu en andere herkenbare Pokémon zonder aanpassingen. Gameplaybeelden benadrukten verder het uitgebreide kopiëren van personages en Pokémon uit verschillende games in de serie.

Hoewel de aanvankelijke eis een publieke verontschuldiging en stopzetting van de ontwikkeling, distributie en promotie van het inbreukmakende spel omvatte, dient de beslissing van de rechtbank, hoewel minder dan het aanvankelijke verzoek, nog steeds als een krachtig afschrikmiddel tegen toekomstige schending van het auteursrecht. Drie van de zes betrokken bedrijven hebben naar verluidt beroep aangetekend.
The Pokémon Company herbevestigde zijn toewijding aan het beschermen van zijn intellectuele eigendom, zodat fans over de hele wereld zonder onderbrekingen van Pokémon-inhoud kunnen genieten.
Het standpunt van The Pokémon Company over fanprojecten
De juridische stappen van The Pokémon Company hebben in het verleden kritiek opgeleverd omdat ze zich op fanprojecten richtten. Voormalig Chief Legal Officer Don McGowan verduidelijkte echter de aanpak van het bedrijf in een interview in maart. Hij verklaarde dat het bedrijf niet actief op zoek gaat naar fanprojecten, maar vooral ingrijpt wanneer projecten aanzienlijke grip krijgen, bijvoorbeeld via crowdfunding.

McGowan benadrukte dat het bedrijf zich meestal bewust wordt van fanprojecten via berichtgeving in de media of directe ontdekking. Hij benadrukte dat het bedrijf juridische stappen tegen fans over het algemeen liever vermijdt en alleen actie onderneemt wanneer projecten een niveau van commercialisering of inbreuk bereiken dat juridische tussenkomst rechtvaardigt.
>
Ondanks dit beleid zijn er uitzonderingen geweest waar takedown-kennisgevingen werden uitgegeven voor projecten met minimaal bereik, inclusief fan-gemaakte tools, games en video's. Deze zaak onderstreept echter de toewijding van het bedrijf om zijn intellectuele eigendom te beschermen tegen aanzienlijke commerciële inbreuk.
>>